Fred gaf eerst een inleiding in de katholiek-sociale leer (I) – nuttig als achtergrond – en ging vervolgens in op de nieuwe encycliek (II).

I De sociale leer van de katholieke kerk staat in sociale encyclieken.
Encyclieken zijn rondzendbrieven. Vroeger alleen gericht aan bisschoppen; vanaf 1963 (encycliek Pacem in terris) gericht aan ‘alle mensen van goede wil’.
De sociale leer doet bindende uitspraken.

Sociale encyclieken gaan over samenlevingsvragen.
Hoofdthema’s in sociale encyclieken zijn:
- sociaal-economische verhoudingen
- oorlog en vrede
- sociale ecologie (sinds d jaren 90).

Alle encyclieken zijn te vinden op rkdocumenten.nl Op deze site is ook een overzicht te vinden: Compendium van de Sociale Leer (geschreven in 2004/8).
Nadien zijn nog enkele sociale encyclieken geschreven: Veritas in caritate (paus Benedictus) en Laudato si (paus Franciscus).

Sociale encyclieken bevatten drie rubrieken: zes principes, vier waarden, vier deugden.
Zes principes:
1 Personalisme. Dit benadrukt de waarde van de menselijke persoon. Ieder mens heeft een inherente waardigheid. Die drukt zich uit in het samenleven met anderen. Mensenrechten zijn hier een uiting van. Het begrip persoon staat tegenover het liberale begrip individu.
2 Subsidiariteit. Verantwoordelijkheden – in een bedrijf, in de samenleving – dienen op een zo laag mogelijk niveau te worden gelegd. Organiseren gebeurt dus van onderen naar boven. Hogere niveaus kunnen ingrijpen als lagere niveaus falen. Subsidiariteit is een scharnierbeginsel.
3 Participatie. Genoemd in de encycliek Gaudeum et spes. Christenen wordt gevraag om te participeren in samenleving en politiek. Dit beginsel vloeit voort uit subsidiariteit.
4 Solidariteit. Je moet altijd naar andere kringen, en naar andere deelbelangen dan de jouwe, kijken. Daarom heeft de kerk altijd de klassenstrijd en polarisatie afgewezen. 
Mensen leven met elkaar in verbinding, zijn wederkerig verantwoordelijk voor elkaar. 
5 Universele bestemming van alle goederen. Mensen hebben recht op privé-eigendom, maar de opbrengsten moeten iedereen ten goede komen; speciaal ook ten goede komen aan de allerarmsten (dit is de zgn ‘voorkeursoptie voor de armen’). Dit beginsel spreekt zich uit tegen aandeelhouderskapitalisme.
6 Algemeen welzijn (bonum commune). Voor alle betrokkenen geldt een morele horizon. Het geheel is meer dan de delen. Daar moeten we allemaal naar toe werken. Balans is nodig tussen míjn rechten en die van anderen

Vier waarden
1 menselijke vrijheid. De mens is van nature goed.
2 gerechtigheid. We moeten rekening houden met elkaar
3 waarheid. Dat betekent: niet liegen, óók erkennen van de betekenis van wetenschappelijke kennis.
4 liefde. Liefde is een dragende waarde, is ook meer dan gerechtigheid. Een samenleving van liefde motiveert tot generositeit, tot schenken. Alternatief is een samenleving waar ieder hangt aan eigen rechten.
Johannes XXIII: dit vredesvierkant van vier waarden vormt de voorwaarde voor vrede.

Vier deugden:
Deugden zijn ‘goede gewoonten’.
1. prudentie, dat is praktisch verstand, gebruik van de rede.
Hierbij gaat het om: inschatten van de effecten van je eigen handelen op anderen; anticiperen.
2. gerechtigheid. Hierbij gaat het om de waardigheid van de mens; ook om de beschermwaardigheid van de mens. 
Dat betekent voor arbeid bv recht op een rechtvaardig loon.
Het gaat ook hier om het inrichten van een samenleving die leidt tot gerechtigheid.
3 matigheid. Beperk je tot wat goed is voor je. Dat vraagt om prudentie.
4 moed. Staat in het midden, tegenover roekeloosheid en angst.

De encyclieken zijn als volgt opgebouwd; ze kennen drie stappen: zien – oordelen – handelen.
In het oordelen worden de normatieve uitgangspunten geformuleerd.
Paus Franciscus verandert dit schema iets: aanklacht – belofte – bekering. Je zou dit het profetisch model kunnen noemen. Eerst wordt kritisch bezien wat er fout is; dan wordt hoop gegeven op een nieuwe toekomst.

II De encycliek Fratelli tutti; te vinden op de website www.vatican.va

In de Inleiding van de encycliek trekt de paus een parallel tussen zijn eigen ontmoeting met de grootimam van Egypte, en de ontmoeting van Franciscus van Assisi met de sultan. Heel bijzonder is dat de paus daarmee het leergezag van deze encycliek deelt met de grootimam.
Bij Laudato si deelde paus het gezag met de patriarch Bartholomeus; dat was oecumenisch, nu wordt het interreligieus.

Hoofdstuk 1 (titel Donkere wolken boven een gesloten wereld) geeft een karakterisering van wereld, formuleert een aantal aanklachten.
Hoofdstuk 2 zoekt de bronnen van waarden en normen. Dat doet de paus in de parabel van de barmhartige Samaritaan. Zo ontstaat het perspectief op een barmhartige samenleving.
Barmhartigheid is een morele eis én een belofte.
Hoofdstuk 3 geeft de uitdagingen voor een open wereld.
Gevraagd wordt om voorbij de eigen grenzen te kijken. 
Opvallend: liefde is ook van politieke betekenis; gaat over eigen grenzen heen.
Paragraaf 103 Vrijheid, gelijkheid, broederschap. De waarden van de Franse revolutie. Vrijheid is meer dan puur individualisme. Er is onvoldoende gelijkheid in de wereld, bijvoorbeeld als het gaat om mensenrechten. Er is ook te weinig broederschap.
118 Rol van eigendom. Na de zondeval – daarvóór was alle bezit gemeenschappelijk – is er recht op privé eigendom. Eigendom moet wél sociaal gebruikt worden.
121 Over migratie en het vluchtelingenvraagstuk.
124 Over rechten van volken. Naast rechten van personen zijn er ook rechten van volken die nog niet ontplooid zijn. De culturele dekolonisatie is nog niet voltooid.
Hoofdstuk 4 gaat over ‘een open hart naar de wereld
Hier wordt de parabel van de barmhartige Samaritaan hernomen.
In 129 komt opnieuw migratie aan de orde.
De paus pleit voor een cultureel pluralisme. Migratie kan ons verrijken. Het kan een wederzijdse gift aan elkaar zijn.
143 Spanning tussen het lokale en universele broederschap/liefde.
De paus heeft oog voor de lokale kleur maar er moet altijd een universele horizon zijn.
146 Er kan een lokaal narcisme ontstaan. Liefde voor het eigene kan ontsporen.

Hoofdstuk 5 gaat over ‘betere politiek’.
De paus uit kritiek op het liberalisme. Dat is niet nieuw (paus Leo XIII uitte in 1891 ook al kritiek op het liberalisme) en sluit aan bij de discussie over de vrije markt.
De paus – die ervaring had in zijn geboorteland Argentinië met populisme van Peron en de dictatuur daarna – gaat uitvoerig in op het populisme. Het woord ‘volk’ wordt misbruikt, want het vol wordt afhankelijk gemaakt. Het volk wordt tot aanhang gemaakt. Het volk krijgt geen macht, geen ‘empowerment’.
173 Hervorming van de Verenigde Naties is nodig. De indertijd, bij de oprichting minder machtige staten kunnen nu meer macht krijgen.
176 Introductie van het begrip ‘politieke liefde’. Dit is nieuw. Eerdere pausen spraken over gerechtigheid.. De politiek moet een genereuze samenleving creëren.
Hoofdstuk 6 gaat over dialoog.
Gaat in op net begrip gerechtigheid, dat méér is dan rechtszekerheid. Het is een pro-actieve gerichtheid op het genereuze. Gerechtigheid speelt ook in de betrekkingen tussen mensen. Wederkerige gerechtigheid.
Vanuit die wederkerigheid pleit de paus voor dialoog.
Hoofdstuk 7 Paden van nieuwe ontmoeting.
Dit geeft een morele TomTom, een routekaart hoe tot een broederlijke samenleving te komen.
Hoe tot ontmoeting te komen.
Geeft ook een visie op vredesvraagstukken; hoe een vredessamenleving op bouwen. Vrede wordt opgebouwd als de zwaksten in beeld komen.
Als er dan toch conflicten zijn, zijn vergeving en verzoening nodig.
Er zijn ook legitieme conflicten, wanneer de waardigheid van mensen op het spel staat.
Daarom moeten we oog krijgen voor de legitieme belangen van anderen.
Vergeven betekent niet: vergeten. Mensen moeten leren van hun eigen geschiedenis van onrecht; paus noemt de bombardementen op Hiroshima; daarvan leren we over het gebruik van kernwapens. Het geheugen moet onderhouden worden.
257 Vroeger werd nog wel gesproken over een rechtvaardige oorlog. De paus verlaat die doctrine en zet in op preventie. De ethiek van de oorlog kan worden misbruikt.
Ieder oorlog laat de wereld slechter achter. 
263 De doodstraf is ontoelaatbaar. Eerder werd nog gezegd: de doodstraf mag geen regel zijn. Doden van mensen stelt de paus onder kritiek.
Hoofdstuk 8
Religies zijn bronnen van wijsheid. Ook de Islam. Dit is een nieuwe gedachte in de katholiel-sociale leer. Samenwerking tussen religies bevordert de broederschap.
Over samenhang tussen religies en geweld: religies kunnen niet zelf gewelddadig zijn. Anders zijn ze niet geloofwaardig.

Huib Klamer 



 
What do you want to do ?
New mail
 
What do you want to do ?
New mail